Lezen?… Ja, dat wil ik ook wel!

Zon en droge pootjes… dat is belangrijk om mee te mogen! Toch zeker vandaag!

Daar komt het gareeltje, haha! Wat zal het zijn? Auto, tram, bus?

Te voet? Naar het park? Waarom dan dat gareeltje?
Aaah, ik zie het al: we gaan richting tram. Goei nieuws dus! Wie weet wat ik daar weer voor leuks vind. Al wordt het vrouwtje wel altijd boos als ik het oppak, tja, ze doet maar… 😉

We steken die brede straat over… mmmm, beetje raar… toch naar de tram. Een 15, zegt het vrouwtje, naar Mortsel. We stappen op. Soms wil ik wel heel braaf zijn op de tram. 🙂 Maar ik wil wel alles kunnen zien!
Oh, we stappen af! Recht naar een winkel… Kijk nu, hier staat zo’n spul met pakjes papier. Hoe noemt het vrouwtje dat? Boeken! Ja, zo is het: boeken! Ik mag mee naar binnen, dat is leuk. De vriendelijke boekenmeneer zegt dat ik groot geworden ben. Ja, zeg, ik ben een Airedale, hé, geen Welsh! Misschien groei ik nog wel een beetje! Bij deze boekenmeneer zit ik mooi stil, boeken zijn belangrijk zegt het vrouwtje, en hier zijn er hééééél veel. Het vrouwtje krijgt een leuk zakje. Mag ik daar mee spelen? Even snuffelen! Neen, dus!

Neen, Kita, dat zijn de nieuwe boeken voor de bib! Flink, zo!

En weer naar de tram! Wanneer zal het vrouwtje me leren lezen? 🙂

Boeken zijn belangrijk, zegt het vrouwtje! 🙂

Ik kan heel braaf zijn op de tram... als ik er zin in heb... en alles kan zien. 🙂

Gggrrrrrrrrrrr…Wraf!… Naar de dierenarts!

En mijn opa Lennox had het nog zo gezegd! Binnenkort moet jij! Maar hij zei er niet bij dat ik twee keer zou moeten! 
Gareeltje aan. Haha! Naar de tram. Haah! Altijd leuk! De 7, nog leuker, die heeft trappen. 🙂
Oei, we stappen te vroeg af voor de wei met de kleine hondjes. Sapristie, wat nu? Oeioeioei, die glazen deur is de deur waar de meneren en mevrouwen in de groene schorten rondlopen.

Naast de deur de weegschaal. Ha, daar mag ik mooi stil gaan zitten. Ken ik al! Als ik flink ben, krijg ik een snoepje. Zie je wel! Ik heb trouwens honger. Vrouwtje schijnt niet te weten dat het etenstijd is. Grrr.
Mevrouw achter die hoge tafel, haha, zoals in de post, haha… die mevrouw vraagt hoeveel ik weeg. Tiens, die weet dat ik een airdale ben of wat?

Kita weegt 23,100 kilo. Mooi, dat is iets minder dan drie weken geleden. 23 kilo is ideaal!

Ha, het klinkt oké, die stem. Snap wel niet wat ze zegt, maar vrouwtje lijkt tevreden. Daar staat water, even trekken. Aaaai, vrouwtje volgt niet. Was te denken. Eerst zitten en dan volgen. Nu pas mag ik drinken. We moeten nog wachten, zijn 5 minuutjes te vroeg. Ik ga flink liggen.
Wat is dat venijnig gekef? Wat is die kleine witte lawaaimaker boos! Even helpen! Wafwafwafwafwaf… waaaaaf.

Kita, stil! Liggen!

Dat zal wel zijn! Het duurt hier veel te lang. Grr, waf, waf, ieieieirg. En al die honden en poezen die wel naar buiten mogen… Zal nog eens blaffen en eens janken. Met even pauze, weer maar eens janken. Tot ze het beu zijn. Vrouwtje wordt wel heel boos. Ik lig toch mooi? Janken mag niet,  ook niet mooi liggend? Oei, er komt een meneer! We moeten mee want mijn dokter-mevrouw is met een heel ziek hondje bezig. Grote meneer volgen!
Dikke prik in mijn nek. Ik probeer te ontsnappen maar ze zijn wel sterk, die meneer en mijn vrouwtje. Laten prikken dus, dan komt er een snoepje, toch bij mijn dokter-mevrouw. Bij deze ook? YES, wel vier!!!! 😉
Wat zegt hij? Hij had ook een airedale toen hij een mensenpup was? Hij is daar verzot op? Wat is dat nu weer? Nog een snoepje? Dat moet ik onthouden: verzot=snoepje. En wat hoor ik nu? Hij is het baasje van Dixie, die soms in de wei komt! In november logeren Dixie en ik samen bij dezelfde oppas!
We gaan vertrekken. Zal maar flink zijn nu! 🙂

Dat zou ik denken, ja, je hebt het flink ‘uitgehangen’, terriër-dame! Zucht.

Drie weken geleden, bij de eerste prik, woog ik 250 g meer... ik heb dus flink gesport! 😉

Voetbal?… Neenee, rugby!

Wat is dat? Wie legt er nu zo’n rare bal in de speelwei? Even oppakken. … Tiens, ’t vrouwtje zegt niet dat het niet mag. Hoe kan nu zoiets? Beetje uitproberen… Oppakken en wegwezen. Nee, ze gilt niet dat ik moet terugkomen… Hola, dit kan leuk worden. Even van dichterbij onderzoeken. Tandjes inzetten.
Lijkt een gaatje in te zitten, er komt water uit. Ppppssssssst, ppppsssssssttt. Oppakken en rennen!

Daar, de voet van ’t vrouwtje bij die rare bal. Ze schopt de bal een eindje weg. Hélahéla, erachteraan. Grrrr. Pakken. Daar is de voet weer en de bal vertrekt weer… Grrrr. Ik heb ‘em toch weer. Zal hem eens voor haar voeten leggen. Ja, ze doet het weer! Erachteraan, gggrrr. Leuk!!

En nu zal ik er eens ver mee lopen! Dan komt ze niet meer mee natuurlijk. Dat had ik kunnen weten. Dan maar weer terug ook. Zou ze nog wat mee “sjotten”? 😉

De haren vliegen in ’t rond!

Zo, we stevenen weer op de hondenspeelwei af. Dat ik dat op mijn oude dag mag meemaken. Al houd ik mij, bij al dat jong geweld daar, wat afzijdig. Van mijn leeftijdgenoten zijn er niet veel meer over, helaas… Hé, wat is dat daar in de verte? Er hangen er twee in elkaar! Druk en luid geblaf: dat klinkt niet echt meer als spelen… Twee van die jonge grietjes zijn elkaars ogen aan het uitkrabben en “haartje pluk” aan het doen, denk ik.

Ik zal maar gauw aan de andere kant wat aan de boord gaan snuffelen. Al lijkt het ergste zo te horen wel weer voorbij. De commotie is trouwens bij de Dames Bazinnen aanzienlijk groter dan… Wel, verrek, ’t is ons Kita die met die schattige choco rasgenoot van mij in de clinch is gegaan! Daar komt ons Kita wat rond me drentelen. “Wat had die, zeg! We hebben anders nooit ruzie!” Tja, meisje, zo gaat dat in ’t leven. Het trekt wel weer bij.

Kijk, daar lopen ze alweer speels naar elkaar toe. Die jonge grietjes, ik zal er nooit het fijne van begrijpen, hé. Van oudere teven trouwens ook niet, en met kleine keffertjes weet ik ook al niet zo goed hoe ik me best gedraag… Geef mij maar een forse reu die zijn tanden laat zien! Ons Kita is blijkbaar al van haar schrik bekomen, en de Bazin ook. De Baas staat er allemaal wat ontspannen bij te glimlachen. Bekijk het maar, ik ga verder rondsnuffelen. (Lennox)

Ons Kita en choco...

 

 

 

 

 

 

 

 

... als dikke speelvriendinnetjes.

Een jaar geleden?… Mijn aankomst!

Een jaar geleden! Wat gaat tijd snel…

Wat zegt ze nu weer, mijn vrouwtje? Ze tokkelt weer en tovert weer hondjes te voorschijn op het rechthoekig ding. Wie is toch dat kleine zwarte hondje met een beetje bruin? Wat een piepklein grut.

Dat ben jij, Kita! Dat zijn foto’s van je eerste dag hier! Je woog toen amper 4 kilo!

Hihihiggggrrrr, wat zegt ze nu? Ikke? Ah nee! Mijn snuit is bruin, niet zwart! Soms ziet het vrouwtje het toch echt niet goed, denk ik zo: wafwaf! Kijk nu toch: ikke? Onder een stoel? Nu lig ik in mijn bench, maar ik zal je seffens beneden wel eens laten zien dat ik niet onder een stoel pas! Ha, maar naast de verwarming, dat kan ik wel! Ben ik het dan toch? pfff…

…zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz…

Op bezoek… in de ‘koekenstad’!

Kom, Kita, we vertrekken!

Nu? Weeral?  Ja, zeg, ik wil wel dutten na ’t spelen in de wei. Nee, dus! Gareeltje aan en op pad! Met de tram! En ver! Heb maar 4 keer gepiept in de tram, vrouwtje vindt dat vier keer te veel! Maar het papiertje lag net iets te ver: ze snapt het nooit, hé! Wil altijd maar haar zinnetje: geen papiertjes oppikken!
Neen, vrouwtje, op de roltrap wil ik niet! Trekken dus naar de gewone trap… anders geraken we niet uit de metro! Waar gaan we heen? Een schoolpoort? Oh, neen, niet nog een hondenschool, zucht. Geen hond te zien! 🙂 Wel een meneer met een zwart doosje: hij plikplokt ook, maar zonder geluid! 😉
Oh, en wat een lieve mevrouw! Dat is de mevrouw die af en toe iets tegen me zegt op het rechthoekig ding bij ’t vrouwtje! Dat leest ze dan voor! Oh, veel knuffels! Nog meer knuffels, uit alle landen… 🙂

Moeten we nu al vertrekken? Korte pauze hebben ze hier! Lange wandeling over de Meir: hier was ik al. Wat zegt die meneer? Ja, natuurlijk ben ik een airedale! Hoor ik het goed? Jaja, hij heeft ook een airedale, als ik het goed snap. Het vrouwtje mag foto’s zien.

Eindelijk rust: terrasje op de Groenplaats, lekker in het lentezonnetje… Ook weer terug met de tram. Niet piepen dus… dan maar languit in de gang liggen: ze moeten toch merken dat ik er ook ben. 😉 Vrouwtje vindt dat precies maar niks…
Nu langs ons park! Haha, hier ken ik het! 🙂

PS: 1 van de plikplokplaatjes is een antinachtmerriepil voor een fan, zegt het vrouwtje!

Maandag, wasdag??… Oh, nee! Ren-dag!

Onze opa Lennox komt vandaag niet naar de wei: hij rust uit van het drukke weekend, zegt hij. Maar ’t vrouwtje mag wel zijn mooie blauwe bal meenemen, dan kan ik er mee spelen. Hoera! Toffe Lennox! Leuk, leuk!

Rakker en een vriendje zijn er al. Maar die vertrekken weer! Ha, Gitte, Sammy en Diesel zijn er nu ook! Daar komt het vrouwtje met die bal!!! Sammy, Sammy, komaan!

Lopen, meisjes! Rennen maar!

Yes, yes! Na een poosje is Sammy het beu. Nu al moe? Ze gaat wat spelen met de andere honden. Dan ren ik wel alleen! Bal halen en naar de andere kant! Ah, Sammy doet toch nog een beetje mee. Oei, wat hoor ik? Roept het vrouwtje? Bal brengen? Nu al? Nee, wat zegt ze? Anderhalf uur rennen is wel genoeg? Ze zal weer moeten gaan tokkelen, dat zie je zo!
Oké, oké. Ik kom al! Morgen weer?

Ohlala… Niet te geloven!

Moeten jullie dit even horen! Jullie geloven het nooit! Wat ik vandaag mocht! Ik kan het bijna zelf nog niet geloven. Maar het is echt! Het blinkend ding heeft geplikplokt en er zijn dus plaatjes van.

Vanmorgen. Na het uurtje in de speelwei: dat was een saaie boel. Buiten Lennox was er niemand… Nu ja, niemand: ’t baasje en ’t vrouwtje waren er ook.
Ik mag mee naar ’t bureau en ik lig braaf in de bench. Zegt het vrouwtje: dit moet Kita zien! Ik spits natuurlijk mijn oren: moet ik iets zien? En toen!!!!… Ik mag uit de bench. En ik mag op de knieën van ’t vrouwtje springen om naar dat rechthoekig ding te kijken! Met mijn neus op het tokkelding! Snuffelen dus. Mag eigenlijk niet. Het rechthoekig ding dus! Zie ik daar mezelf liggen. Hihi! Mooi, ja, dat ben ik! Zie ik ook wel vanuit de bench. Het vrouwtje tokkelt! Ha, zo doet ze dat. Ook eens proberen… Spaties bij de vleet, zegt het vrouwtje. Maar het mag natuurlijk ook niet. Pfff, wat doe ik dan hier? Nu doet ze klik op een zwarte kever die naast het tokkelding ligt. Nog niet gezien. Snuffelen, eens aan bijten! Aaaai, vrouwtje boos. Braaf zijn dus of de pret is zo uit.

Kita, kijk daar eens! Jouw verhaaltjes zijn al meer dan duizend keer gelezen!

Zeg ‘es, weer een nieuwe hond? Duizend? Aaai, nee, ‘veel’ bedoelt ze!
Wat ik vertel? Ja, zegt ze. En wie leest dat? Dat kan ze niet zien en dat weet ze niet, mijn vrouwtje. Wel als de mevrouwen of meneren reageren! En er zijn er ook wel die de verhaaltjes in de mails lezen, maar dat telt dan niet op. Hoe? Kijken ze dan niet naar de plikplokplaatjes waar ik voor poseer? En naar mijn acteerprestaties in de filmpjes? Pffff, dat weet het vrouwtje ook al niet… Hier weet ze echt minder over dan ze over honden weet. 🙂
Zeg’es vrouwtje, zeg dan tegen die mevrouwen en meneren dat ze in de mail op de titel klikken, hé! Dan kunnen ze zeker de plikplokplaatjes en de filmpjes zien en dan weet ik hoeveel mensen mij leuk vinden. 😉 Dan krijgen ze allemaal een pootje en een likje van mij!

Kita, laat dat knuffeltje liggen! Hoog tijd om naar je nestje te verhuizen!

Nu al? Het wordt pas interessant! Ha! Nog       meer          spaties       !!!!

Nog gauw even een paar spaties...

Dat ben ik: Kita!

Ha!… Nog maar een weekje wachten!

Wat is dat daar? Het vrouwtje heeft een hondje op dat rechthoekig geval bij het tokkelding. En dat ben ik beslist niet. Het is zelfs geen airedale. Kan het ook niet zo goed zien, ik lig in de bench. Zal eens piepen, dan denkt ze aan mij! ieeewgr.

Stil, Kita! Seffens gaan we buiten.

Buiten? Niks buiten, ik wil die pup zien. Oooo, jammer, het is weg. Nog eens? Jaja. Nu zit het hondje! Het lijkt Sammy wel.
Wat zegt het vrouwtje? Neen, niet Sammy! Het nieuwe hondje van het vrouwtje van Grobber? Ja, ik weet het nog, Grobber komt niet meer! En hoe heet dit nieuwe vriendje? ieeepgr,piep, ieuwgr!

Kita, stil.

Nu weet ik nog niks. 😦 Ha, ze legt het uit aan ’t baasje. De nieuwe hond heet Lucien. Lucien, le chien! Voilà! En ik ben Kita, la chienne. Dat zegt het vrouwtje toch tegen haar Franse vriendin. Die zie ik soms ook op dat rechhoekig ding. En dan praten de Franse mevrouw en mijn vrouwtje. Daar snap ik dan niks van behalve “Kita, la chienne”. Ha zo, nu komt er ook een chien naar de wei binnenkort: Lucien! Joepie, dan gaan we weer graven! Een vriendje zoals Grobber zal dat zeker willen leren! 🙂

Lucien, een nieuw vriendje...

Op doktersvisite

Die drukdoenerij… Meestal wijst die erop dat ze zo meteen gaan vertrekken. Ik verheug me al op de rust in huis die dan volgt… Ze nemen Kita mee en ik mag dan de keet bewaken. Niet dat ik zo fanatiek waak, hoor, maar het gedacht – hùn gedacht – is alles, hé. “Lennox! Kom je?” Wat nu? Moet ik komen?! Om elf uur ’s morgens, als ze vertrekken en als we vanochtend al uitgebreid uitgelaten zijn? Hier klopt iets niet…

“Komaan, Lennox, we komen te laat!” Oké, oké, ’t is al goed, ik kom al. Wat is dit nu weer voor gekkigheid? En Kita gaat niet mee? Voor één keer blijft die alleen thuis, of wat? Op de achterbank van de auto springen gaat lang niet meer zo vlot als weleer. Voila, ik zit. En nu? Dat ritje komt me vaag bekend voor… Is dat niet de dierenkliniek? Ai, gemengde gevoelens: snoepjes, ja, maar ook nare betastingen en vervelende prikken!

Zo, ’t is achter de rug. Al bij al viel het nog mee. Eén venijnige prik op het laatst, maar ik heb heel wat brokjes toegestopt gekregen. Als je maar genoeg theater maakt, krijg je altijd lekkers. Ver is het niet, want daar zijn we alweer. Hé, Kita, ik ben terug! Moet je nu eens wat weten? Jij moet binnenkort ook, want je gaat mee op reis of zoiets, en dan moet je prikken krijgen. Knap vervelend, hoor! Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb. (Lennox)

P.S.: Als ik dat goed gehoord heb, woog ik weer netjes 31,30 kg. Niet slecht, hé, voor een ouwe labrador: na al die jaren nog altijd stabiel op gewicht!